Op de weg naar Saint-Aygulf net voor de Contact superette is er een warme bakker die drie soorten baguette verkoopt. Eigenlijk gaat het om één baguette en drie afbakwijzen: légère, dorrée, bien cuite. Ik ga altijd voor de tweede bakwijze, zoals de meeste klanten. De buitenkant knapperig goudbruin, de binnenkant luchtig en tegelijk stevig. Wie indruk wil maken bij zijn gasten koopt een légère, duwt het net voor de genodigden arriveren in de oven, haalt enkele minuten later een heerlijk geurende baguette uit de oven en neemt minzaam de complimenten in ontvangst. De derde optie is de donkere baguette met schroeiplekken en een diep grijsbruine kleur, de bien cuite. Ze liggen links van de dorrée, opgestapeld als getoaste houtblokken. Wie koopt dat nu, vraag ik me telkens weer af. Ongetwijfeld onterecht, wie ben ik om te oordelen zonder proeven. Maar toch, mocht het bij mij zo uit de oven komen het ging rechtstreeks naar het kippenhok.
Het is een bedenking die ik wel vaker maak: Wie koopt dat nu? In de kledingwinkel, de schoenenwinkel, de meubelzaak, bij de begrafenis-ondernemer, de autodealer, zelfs tussen de rekken in de supermarkt overkomt het me; eigenlijk overal waar er keuzes moeten gemaakt worden.
Mogelijk kan de Griekse sofist Protagoras van Abdera (490-420 v.Chr.) een en ander verduidelijken. Wanneer een gezellige avond onder vrienden bij een oplopende ruzie over drie soorten feta, uit de hand dreigt te lopen, stelt Protagoras dat de mens de maat is van alle dingen. Er moet een stilte gevallen zijn en veel wenkbrauwengefrons tot de filosoof zuchtend verduidelijkte dat waarheid subjectief is, en dat ieder mens over de dingen een andere mening kan hebben.
Wanneer nu iemand me bij de bakker vraagt of ik de bien cuite al geprobeerd heb, antwoord ik nog steeds alleen de dorrée te kopen, al acht ik het dankzij Protagoras van Abdera niet langer uitgesloten in de toekomst ook de bien cuit te zullen proeven. Het levert me – een zeldzame classicus uitgezonderd – altijd wenkbrauwengefrons op.