Hoelang sta je daar al?
Je hand aan de vlag van een verdwenen rijk. Knielend.
Zichtbaar bezwaard. Onder het gewicht van zoveel namen.
Jij Atlas zonder gewelf, drager van zoveel geweld.
Herinner jij je nog waarom je naamloos bleef
ondanks de euforie die rond je geboorte hing
nu regen niet langer mals rond je sokkel valt?
Had jij niet als taak de laatste te zijn? De ultieme bloedgetuige.
De eenzame bewaker van een collectieve zinsverbijstering.
Al dat ontroostbaar verdriet. Gegoten brons voor vergoten bloed.
Was jij niet het geheugen voor alle zonen en dochters?
Waar is jouw stem nu? Niemand wint wanneer jij zwijgt en stil
de rug keert naar het geslagen volk dat slechts vrede vraagt
in ruil voor de herdenking van jouw heldenmoed.
Aan jouw voeten ligt zij hier – met gebroken ogen, onder broederlijk vuur.
Als een aangereden hond in de goot van jouw straat, jouw stad, jouw land —
jouw nagedachtenis. Ze laat haar kinderen zelf geen rouwende moeder na.
Enkel angst, en een land dat zich niet laat knechten door de Tsaar
met het donkere hart. De Gruwel! De Gruwel!
Voor Tetiana, Alisa, Mykita en Anatoly … en de anderen